Na ophef in 2023 over de aanwezigheid van plastic in recyclinggranulaten, zijn in de Stichting Kwaliteitsborging Recyclinggranulaten de mogelijkheden verkend om hun recyclingproducten te verbeteren. Samen met beide recyclingbrancheverenigingen is overleg gezocht met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat en de partijen rond het Centraal College van Deskundigen Recyclinggranulaten (CCvD). In dit CCvD is ook VERAS vertegenwoordigd.
Vanuit de sector is aangegeven dat er bereidheid was om de eisen rond plastic aan te scherpen. Daarvoor is een wijzigingsblad voor BRL 2506-2 opgesteld, dat is goedgekeurd door het CCvD. Op dit moment wordt door het Ministerie IenW een notificatieprocedure doorlopen in Brussel. Daarna kan dit blad officieel worden gepubliceerd.
Inhoudelijk betekenen de aanpassingen een halvering van de eis voor overige bestanddelen in recyclinggranulaten:
• de eis voor X gaat van 1,0 naar 0,5 % m/m (X = overige bestanddelen: som van metalen, gips, stukken klei, rubber, plastics en overig niet-steenachtig materiaal);
• de eis voor FL gaat van 10 cm3/kg naar 5 cm3/kg d.s.; (Fl = drijvende bestanddelen: som van hout, cellenbeton, papier, plantenresten, en andere lichtgewicht materialen.);
• er komt een nieuwe eis van 0,1% m/m plastics.
Zoals blijkt, gelden hiermee voor de totale groep aan overige bestanddelen een strenger eisenpakket. Omdat er weinig ervaring is met deze strengere eisen, is ervoor gekozen om eerst deze stap te maken en vervolgens te kijken of er in de toekomst nogmaals een stap kan worden gemaakt naar lagere gehalten. Dat kan best lastig worden, omdat in recente bouw steeds meer verontreinigingen zijn verwerkt. Denk aan ingefreesde leidingen voor verwarming en stroomdraden, isolatiematerialen, verlijmde materialen die veelal niet separaat te verwijderen zijn. De sloopaannemers zullen de komende periode merken dat recyclingbedrijven aan de poort strengere eisen stellen aan het gehalte verontreinigingen.